april 2018
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Nieuwsbrief Mest april 2018
Het mestbeleid in Nederland kent veel wet- en regelgeving. In de praktijk wordt via meerdere stelsels uitvoering gegeven aan het mestbeleid. Denk onder meer aan de gebruiksnormen, verantwoorde mestafzet, verantwoorde groei melkveehouderij en grondgebondenheid. Graag brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en veranderingen rond het mestbeleid. Daarom ontvangt u regelmatig deze nieuwsbrief.
 
In deze nieuwsbrief
 
Nieuwe derogatie Nitraatrichtlijn
Op 31 december 2017 liep de derogatiebeschikking af. Om opnieuw derogatie te verkrijgen heeft de Europese Commissie op 4 april j.l. een conceptbeschikking voorgelegd aan het Nitraatcomité. De stemming hierover is positief verlopen. Het verkrijgen van derogatie is van economisch belang voor de sector.
Lees meer
 
Opgave landbouwgrond
Bij het vullen van de jaarlijkse Gecombineerde opgave geeft u ook uw percelen landbouwgrond en natuurterrein op. In de definiëring van landbouwgrond in de Meststoffenwet zijn twee aandachtspunten. In dit artikel leest u welke dat zijn. Deze zijn voor u van belang om te weten, voordat u de opgave invult.
Lees meer
 
Dien de overeenkomsten mestverwerking (DPO en VVO) op tijd in
Om aan de mestverwerkingsplicht voldoen, moet u een mestverwerkingsovereenkomst naar ons toesturen. Wacht daarmee niet tot het einde van het jaar. U kunt het hele jaar door overeenkomsten indienen en wijzigingen aan ons doorgeven.
Lees meer
 
Hoe staat het met de fosfaatbank?
Op 1 december 2017 hebben we u geïnformeerd over een fosfaatbank, waarin alle afgeroomde fosfaatrechten worden opgenomen. In een ministeriële regeling wordt de regeling voor de opzet van de fosfaatbank momenteel voorbereid.
Lees meer
 
Insturen Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen
Van elk transport van dierlijke mest maakt u een Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (VDM) op. Dat is de hoofdregel. Stuurt u het VDM (op tijd) in.
Lees meer
 
Goede afspraken bij verhuur lege mestopslag
Verhuurt u (tijdelijk) een leegstaande mestopslag aan een andere partij? Zorg ervoor dat u hierover duidelijke schriftelijke afspraken maakt.
Lees meer
 
Nieuwe derogatie Nitraatrichtlijn
Op 31 december 2017 liep de derogatiebeschikking af. Om opnieuw derogatie te verkrijgen heeft de Europese Commissie op 4 april j.l. een conceptbeschikking voorgelegd aan het Nitraatcomité. De stemming hierover is positief verlopen. Het verkrijgen van derogatie is van economisch belang voor de sector.

Derogatie
Boeren in Nederland mogen meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken dan de norm van 170 kilogram stikstof per hectare, die in de Nitraatrichtlijn is vastgelegd. Deze uitzondering voor de Nederlandse sector heet derogatie. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Overeenkomsten
In grote lijnen komt de conceptbeschikking overeen met de vorige derogatiebeschikking.
Bedrijven met minimaal 80% grasland mogen tot 230 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar gebruiken in het centrale en zuidelijke zand- en lössgebied. In andere delen van Nederland is dit 250 kilogram.
Boeren mogen alleen graasdiermest gebruiken en geen fosfaatkunstmest.

Nieuwe voorwaarden
Een aantal voorwaarden voor het verkrijgen van derogatie zijn nieuw.
Uiteraard moeten boeren zich houden aan de geldende gebruiksnormen. Houdt een ondernemer zich niet aan de regels dan kan hij in een volgend kalenderjaar uitgesloten worden van derogatie.
Nieuw is ook dat bedrijven een derogatievergunning aanvragen en niet langer een derogatieaanvraag indienen. Vanaf 2019 betalen zij hiervoor een beperkte vergoeding.
De beschikking geldt voor een periode van twee jaar, namelijk de kalenderjaren 2018 en 2019, in plaats van vier. Hiervoor is gekozen in verband met de naleving van de mestregels in Nederland.   
De voorwaarden voor het scheuren van grasland zijn aangepast. Zo is de periode om grasland te scheuren verruimd. Dit mag nu ook in de periode tussen 31 mei en 31 augustus. Bij graslandvernieuwing vervalt de stikstofbemonsteringsplicht. In plaats daarvan geldt een korting op de stikstofgebruiksnorm. Voor mais na grasland vervalt ook de bemonsteringsplicht en geldt tevens een korting op de stikstofgebruiksnorm.

Handhaving mest
De Europese Commissie heeft Nederland gevraagd een handhavingsstrategie voor de aanpak van mestfraude op te stellen. Wanneer deze strategie voldoet, dan kan de termijn voor de derogatie met twee jaar verlengd worden. Nederland dient deze handhavingsstrategie uiterlijk op 30 september 2018 in. Men beschrijft hierin verschillende acties van bevoegde autoriteiten, zoals opsporingen, controles en een gebiedsgerichte aanpak.

Procedure
Op 4 april heeft het Nitraatcomité positief advies  gegeven over het voorstel. Hierna duurt het nog 6 weken voordat de Europese Commissie een definitieve derogatiebeschikking afgeeft. Dat betekent dat hierover in de loop van mei duidelijkheid is. Over alle voorwaarden en allerlei praktische zaken, zoals het indienen van een aanvraag voor de derogatievergunning is eind mei meer te lezen in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, de Staatscourant en via www.rvo.nl.  

Volledige tekst Kamerbrief

 
Opgave landbouwgrond
Bij het vullen van de jaarlijkse Gecombineerde opgave geeft u ook uw percelen landbouwgrond en natuurterrein op. In de definiëring van landbouwgrond in de Meststoffenwet zijn twee aandachtspunten. In dit artikel leest u welke dat zijn. Deze zijn voor u van belang om te weten, voordat u de opgave invult. 

De Meststoffenwet kent drie verschillende omschrijvingen voor grond, namelijk landbouwgrond, natuurterrein en overige grond. Landbouwgrond bestaat uit bouwland of grasland. Het is belangrijk om op te geven hoeveel landbouwgrond u heeft. Dit is namelijk bepalend voor de hoeveelheid mest die u mag uitrijden op het land. Hiervoor gelden gebruiksnormen. Daarnaast geeft u de hoeveelheid natuurterrein op, omdat dat meetelt voor de Mestverwerkingsplicht en de berekening voor de Grondgebondengroei Melkveehouderij.

Voor het berekenen van de oppervlakte landbouwgrond geeft u alleen de beteelde oppervlakte op. Daarbij is het bovendien belangrijk dat u van het perceel het exclusieve gebruik heeft. U bent verantwoordelijk voor het gewas en de bemesting.

Beperkende afspraken
Wanneer u grond in gebruik neemt van bijvoorbeeld een natuurbeherende organisatie of de provincie, zijn er over het gebruik en de bemesting van het perceel mogelijk beperkende afspraken opgenomen. Dit kunnen afspraken zijn over de hoeveelheid aan te wenden mest of hoeveel dieren op een perceel mogen lopen. In veel gevallen gaat het dan om graslandpercelen. Zodra er beperkingen gelden op een perceel ziet RVO.nl het niet als landbouwgrond, maar als natuurterrein of als grasland met de hoofdfunctie natuur.

Percelen opgeven
In de Gecombineerde opgave geeft u uw percelen landbouwgrond en natuurterrein op. Er zijn twee aandachtspunten die voor u van belang zijn om te weten voordat u de opgave invult:
  1. Als u in 2017 percelen heeft opgegeven met een gewascode voor landbouwgrond maar die op de natuurbeheerkaart staan aangegeven als natuurterrein, krijgt u een controlemelding of u die gewassen goed heeft opgegeven.
  2. De primaire waterkeringen tellen niet meer mee als landbouwgrond.
Lees hierover meer in de artikelen 'Natuurgrond is geen landbouwgrond' en 'Hoe primaire waterkeringen opgeven'. Deze artikelen staan in de Nieuwsbrief Gecombineerde opgave 2018.

De natuurbeheerkaart
De provincies geven op een natuurbeheerkaart aan waar zij natuurgrond ontwikkelen. RVO.nl ziet percelen die op die kaart staan, niet als landbouwgrond. Het maakt daarbij niet uit hoe het perceel eruitziet of welke gewascode u opgeeft. Deze percelen zijn natuur. Alleen percelen met de code N00.01 (nog om te vormen naar natuur) zien wij wel als landbouwgrond. Deze code vindt u op de natuurbeheerkaart van uw provincie.

Download het stroomschema Gewascodes voor grasland.

Hoe primaire waterkeringen opgeven?
Primaire waterkeringen tellen niet meer mee als landbouwgrond voor de Meststoffenwet. Die vallen dus buiten de gebruiksruimte. De belangrijkste functie van een waterkering is de veiligheid. Voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid mag u er wel subsidie op aanvragen. Daarom moet u in de Gecombineerde opgave de primaire waterkeringen opgeven als gewascode 336. Dat is de code voor natuurlijk grasland. Deze oppervlakte telt wel mee voor de Mestverwerkingsplicht en de Grondgebonden Groei Melkveehouderij.

U kunt de primaire waterkeringen bekijken op deze kaart.

 
 
Dien de overeenkomsten mestverwerking (DPO en VVO) op tijd in
Om aan de mestverwerkingsplicht te voldoen, moet u een mestverwerkingsovereenkomst naar ons toesturen. Wacht daarmee niet tot het einde van het jaar. U kunt het hele jaar door overeenkomsten indienen en wijzigingen aan ons doorgeven.

U kunt op drie verschillende manieren aan de mestverwerkingsplicht voldoen. Een daarvan is een Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (VDM) bij ons indienen, zoals u in het artikel 'Stuur het VDM op tijd' kunt lezen. Andere manieren zijn een driepartijenovereenkomst of een vervangende verwerkingsovereenkomst naar ons toesturen.

Driepartijenovereenkomst en vervangende verwerkingsovereenkomst
  • Driepartijenovereenkomst (DPO): Levert u de mest niet rechtstreeks aan een verwerker, maar aan een mestbewerker/behandelaar? Dan sluit u een driepartijenovereenkomst af met een bewerker en een verwerker. Dat doet u voordat de eerste mest naar de bewerker gaat.
  • Vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO): U kunt ook uw mestverwerkingsplicht overdragen aan een andere mestproducent. Dan sluit u een vervangende verwerkingsovereenkomst af. Dat doet u gedurende het kalenderjaar.
Gedurende jaar indienen
Voor zowel de DPO als de VVO geldt dat u uiterlijk op 31 december van het betreffende kalenderjaar de gegevens van de overeenkomst aan ons moet melden. Dit is echter een uiterste datum. Wacht niet tot deze datum voordat u de overeenkomst opstelt en bij ons indient. Doet u dat al gedurende het jaar.

Wilt u de overeenkomst pas eind december indienen omdat u dan precies weet hoeveel mest u heeft verwerkt gedurende dit jaar? Het is niet raadzaam om te wachten omdat de kans bestaat dat u het vergeet of dat u te laat bent.

Let op: in het daaropvolgende jaar kunnen er geen wijzigingen meer doorgevoerd worden of overeenkomsten over afgelopen jaar ingediend worden.

Aandachtspunt bij invullen DPO en VVO
Let u er goed op dat u de DPO en de VVO correct invult. Extra aandachtspunt: kijk goed welke rol u als invuller heeft.

Bij de DPO worden de mestproducent, bewerker en verwerker nogal eens verwisseld. De mestproducent is de partij die de mest heeft geproduceerd, de bewerker de partij die de mest bewerkt of de intermediair en de verwerker de partij die de mest daadwerkelijk verwerkt.

Bij de VVO worden overdrager en overnemer vaak verwisseld. De overdrager draagt de mest over aan een andere partij, oftewel de overnemer.

Tot slot: Denkt u eraan om de overeenkomst te ondertekenen.

Melding maken van uw DPO of VVO kan via onze pagina mijn.rvo.nl Mestverwerkingsplicht voor de landbouwer.

 
 
Hoe staat het met de fosfaatbank?
Op 1 december 2017 hebben we u geïnformeerd over een fosfaatbank, waarin alle afgeroomde fosfaatrechten worden opgenomen. In een ministeriële regeling wordt de regeling voor de opzet van de fosfaatbank momenteel voorbereid.

Wij zouden u hierover informeren zodra er meer bekend over is. De huidige stand van zaken is dat de verhandeling van fosfaatrechten gestaag op gang komt. Dat betekent dat er langzaamaan rechten beschikbaar komen voor de fosfaatbank. Op dit moment wordt de regeling voor de opzet van de fosfaatbank voorbereid. De minister zet in op openstelling per 1 september 2018.

 
 
Insturen Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen
Van elk transport van dierlijke mest maakt u een Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (VDM) op. Dat is de hoofdregel. Stuurt u het VDM (op tijd) in.

In 2017 vonden in Nederland bijna 1 miljoen mesttransporten plaats. Bij elkaar waren deze goed voor bijna 29 miljoen ton mest. Van het merendeel hiervan ontving RVO.nl een melding met de gegevens van het transport. Een klein percentage ontbreekt echter nog in de administratie van RVO.nl.
Voor RVO.nl is het Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen een belangrijk instrument om de dierlijke meststromen te kunnen volgen. Daarom willen wij van elk mesttransport een VDM in onze administratie hebben. Stuurt u deze dus (op tijd) naar ons toe.

Wat is op tijd?
Is de mest forfaitair vervoerd (niet gewogen en bemonsterd)? Dan stuurt u de gegevens binnen 10 werkdagen in. Dit kan bij voorkeur elektronisch via de webapplicatie. Bij het vervoer van mest waarbij een intermediaire onderneming moet worden ingeschakeld stuurt de Intermediair de gegevens binnen 30 werkdagen elektronisch in.

Voordelen elektronisch indienen
Elektronisch indienen heeft een aantal voordelen. De kans op fouten is kleiner. U ziet wat u invult en kunt dit herstellen voordat u instuurt. In uw mailbox heeft u meteen een ontvangstbevestiging. Uw gegevens staan direct geregistreerd. In Mijn dossier heeft u direct hiervan een overzicht.  U heeft zodoende beter inzicht in de op uw bedrijf aan- of afgevoerde dierlijke meststoffen.

Risico op boete
Als u geen VDM naar ons toestuurt of u dient deze te laat of onjuist in, dan loopt u het risico dat u een boete krijgt. De hoogte van de boete verschilt per overtreding, variërend van € 50,- tot € 300,-. Voor het niet ontvangen van een VDM bedraagt dit € 100,- per VDM. De bedragen zijn vastgelegd in bijlage M van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Vanaf feitcode M300, kunt u lezen welke gedragingen die samenhangen met het VDM kunnen worden beboet en wat dit kost.

Belangrijk
Stuurt u dus voor elke transportbeweging het VDM (op tijd) naar ons toe. Dat kan via de pagina Vervoersbewijs dierlijke meststoffen op mijn.rvo.nl. Belangrijk: controleer altijd in Mijn dossier of RVO.nl het VDM daadwerkelijk heeft ontvangen. Ook wanneer uw eigen managementprogramma aangeeft dat het VDM is verstuurd.
                    


 
 
Goede afspraken bij verhuur lege mestopslag
Verhuurt u (tijdelijk) een leegstaande mestopslag aan een andere partij? Zorg ervoor dat u hierover duidelijke schriftelijke afspraken maakt.

Heeft u een leegstaande mestopslag? Dan kunt u deze opslag (tijdelijk) verhuren. Zorg ervoor dat u hierover duidelijke schriftelijke afspraken maakt. RVO.nl ziet regelmatig situaties waarbij slechts mondelinge afspraken zijn gemaakt. Maar nadat de mest in de mestopslag is gelost, is het mogelijk dat de huurder niets meer van zich laat horen. Vaak lukt het niet meer om de huurder te achterhalen waardoor u letterlijk met de mest blijft zitten. Kunt u bij een controle niet aantonen waar deze mest vandaan komt, dan wordt deze mest gerekend tot uw mestvoorraad. Bovendien draait u zelf op voor de afvoer van deze mest en bijkomende kosten.

Schriftelijke overeenkomst
Verhuurt u een lege mestopslag, leg alle afspraken dan schriftelijk vast voordat de vrachtwagen met mest verschijnt. Leg bijvoorbeeld vast aan wie, voor welke periode, hoeveel mest en voor welk bedrag de mestopslag wordt verhuurd. Vraag de huurder eventueel zich te legitimeren als u hem niet kent. Met een schriftelijke overeenkomst kunt u bij een controle eerder aannemelijk maken dat u de mestopslag heeft verhuurd. Heeft u de afspraken schriftelijk vastgelegd, dan zal de huurder zich eerder genoodzaakt voelen om de mest weer op te halen. Haalt hij de mest niet op, dan staat u met een schriftelijke overeenkomst sterker als u nakoming van de overeenkomst bij de civiele rechter wilt afdwingen.
                    
 
 
Nieuwsbrief Agrarisch ondernemen
Wilt u wekelijks op de hoogte blijven van al het agrarisch nieuws en achtergrondverhalen van RVO.nl?
Meldt u zich dan aan voor de nieuwsbrief Agrarisch ondernemen.

 
   
   
Colofon
Contactgegevens
Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland
Prinses Beatrixlaan 2
2595 AL Den Haag
Afmelden
 
@RVO_Nederland
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Rijksdienstvoor
OndernemendNederland
RVO.nl/rss
Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is toegezonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten.